Hammond Model C

Het was/is in kerken in de USA een heel gewone zaak dat vrouwen het orgel bespelen. In de vorige eeuw was alles nog wat behoudender dan heden ten dage, dus een open orgel was voor de dames wat oneleganter. En in die tijd was het not done dat dames broeken droegen. Sommigen van voornoemde dames organisten hadden echter gemiddeld genomen wel de broek aan, maar dat is van geheel andere orde en valt buiten het bestek van deze encyclopedie.

 

Om de organisten van de andere kunne tegemoet te komen - en om de elegantie ten dienste te zijn - werd besloten om de oorspronkelijke A dan wel de B in een gesloten meubel te bouwen. Omdat deze instrumenten vooral gedacht waren voor kerken en religieuze instellingen, was het niet moeilijk om een naam voor deze modellen te bedenken. Het werd de C-serie waar de letter C van Church (kerk) komt. Omdat het meubel nu dicht was moest er vanzelfsprekend wel pedaal verlichting aangebracht worden. Voor een C betaalde men $ 1193,-. Dit was zonder luidspreker-cabinet.
Hammond begon met de C in september 1939 en stopte ermee in juni 1942 na er een respectabele 17.074 gebouwd te hebben. Duizenden exemplaren over de hele wereld doen nog dagelijks hun werk.

Het instrument is vrijwel gelijk aan de latere C-3 wat meubeluitvoering betreft. Deze serie krijgt eerst een toonwielgenerator met 91 toonwielen en vanaf serienummer 1248 een generator met 82 toonwielen. De laatste generatorbak heeft weliswaar 91 wielen, maar slechts 82 hiervan zijn toonwielen.

Voor het design zorgde Hammond's hoofd-ontwerper G.H.Stephens.

 

MODEL C-3 -1955

2 klavieren van 61toetsen
25 Pedalen
Gescheiden vibrato per manuaal
Vibrato Chorus
Touch Percussion
Tone-wiel Generator
4 Sets Drawbars
18 veranderbare Presets
Afsluitdeksen
Tone Cabinet nodig
Reverb in Tone Cabinet


De CV was dus eigenlijk een model C met als extra het Hammond vibrato.
NB: De scanner moest nog uitgevonden worden.

De opbouw en ontwikkeling van de C serie is als volgt verlopen:

Een C (1939-1942) is een dichte AB (zie de A pagina), destijds voor $ 1193,-
De C2 (1949-1954) is een dichte B2, destijds voor $2178,-
De CV (1945-1949) is een dichte BV, destijds voor $ 1782,- 
De C3 (v.a.1955) is een dichte B3, destijds voor $ 2545,-

Dat wil dus zeggen:
De CV is een C, maar met Hammond vibrato en Vibrato Chorus
De C-2 heeft gescheiden scanner vibrato per klavier en volume soft
De C-3 is een C-2, maar nu met Second en Third Percussion (vanaf 1955)

Een C-3 wordt hier even aan het swingen gebracht.

Maar eerst de CV, gebouwd van sept 1945 tot dec 1949 en maar liefst 18.000 exemplaren.

 

CV zij-aanzicht.

Hier een filmpje met uitleg over de CV.
 

De zg. quatrefoil / klavertje 4 - sierrandjes, die tevens op de bank aangebracht waren (de frees-machine hiervoor heeft Hammond zelf ontwikkeld).
 

Ornamentje onder de oren.
 

CV Vibrato-Chorus schakelaar
 

Vibrato-knop nog met de toen beperkte mogelijkheden.

 

CV Pedaalverlichting met elegant koordje
 

CV olie vul reservoirs
 

Let op de extra CHORUS-drawbar rechts boven.
 




Het "vooronder".
 

 


Serienummerplaatje.
 

Hier een CV die bespeeld wordt in de "gospel-mood".
 

De opvolger van de C was de C-2, gebouwd van december 1949 tot december 1954, en behaalde een productie van maar liefst 20.000 exemplaren, waarvan nog vele duizenden over de wereld regelmatig hun mooie klanken laten horen.

Ook de C-2 is in verschillende uitvoeringen op de markt gebracht. Natuurlijk, de  uitvoering in Tudor style en walnoten finish,v an 1949-1954 gefabriceerd in USA en Canada, met een Selective vibrato.

Op bestelling kon er ook geleverd worden in Eiken, Ivoorkleur en zelfs met de extra's van model GI (deze speciale leger-uitvoering  was leverbaar van juni 1952 - maart 1953). Dit model werd genaamd: C2-G: linksonder het klavier een monitor-speaker en afneembare draagbeugels aan de zijkanten.

In Engeland werd tegerlijkertijd een C-2 gemaakt met de specs van de CV, in Tudor, Walnoten.

 

 

Binnenwerk C-2 met links een HR-40 tooncabinet

Hier is hij mooi te horen.

We gaan naar zijn opvolger.
 

Hammond Model C-3 

 

 

 

Ook van de C-3 kennen we een paar verschillende uitvoeringen.
Het standaard, meest bekende model is de C-3 in Tudor uitvoering, met z'n quatrefoil versieringen aan beide boven-zijkanten, met percussiegroep en in walnoten fineer gebouwd van 1955 tot 1959.

 

Maar na 1958 werden de quatrefoils weggelaten tot in 1974. Dit gold dan natuurlijk ook voor die op de zijkanten van de bank.



Van 1955-1975 werd in de USA ook een eiken versie verkocht.


In 1956 verscheen op bestelling een Tudor model in Cherry-Mahogany.
Vanaf 1958 eentje in Lime oak.
Vanaf 1969 in Cherry.
Van 1955-1975 in Walnut, maar als C-3 met de extra's van de GI (draaghendels aan de zijkanten en een monitor-speaker).

Ook kwam er een prachtige Blonde (hier zonder de quadrafoils).

Dan was er nog een C-3, die vanaf 1960 in Tudor stijl en Walnut gemaakt werd in Duitsland en Denemarken.

 

 

 

Model C-3 - AN-TNP-t toonwiel speciaal voor het Amerikaans leger aangepast met o.a. handvatten en extra monitor speaker jan 1955 - dec 1975.

 

C-3 met JR 20 en 122 leslie box.
 

 

C-3 gesloten.
 

C-3 Light Oak met quadrafoils.


 

C-3 light oak met deksel gesloten.
 

Hierboven de originele C-3 van Led Zeppelin.
 

Serienummerplaatje.
 

C-3 Light Oak vibrato bedieningspaneel.
 



Let op de overeenkomstige houtsoort van de Leslie en het tooncabinet. Uiterst zeldzaam.

En tot slot een mooi overzicht van hetgeen aan houtwerk nodig is om een C-3 te restaureren.



Hier een vergelijk van de B-3 en de C-3 door Keyboard Exchange.