Het ritme van de HAMMOND

Als we de bestaande orgel en keyboard-markt beschouwen, dan is het gebruik van ritmes en drumgeluiden hiermee onlosmakelijk verbonden. We gaan hier kijken, hoe het Hammond ritme ontstond en evolueerde. Daarom vooraf een klein stukje geschiedenis.

De eerste drummachine werd uitgevonden in 1932 door Léon Theremin en heette de Rhythmicon.

Een van de eerste versies had een draaiend wiel, met daarop een soort sporen, waarop een ritmepatroon zat. Deze sporen konden d.m.v. een toetsenbordje aan en uitgezet worden, zodat een soort ritme gemaakt kon worden.

Er was nog geen drum-achtig geluid aanwezig. Het waren een soort orgeltoontjes.

Luister hier naar een demonstratie. De demonstrateur heeft meer gevoel voor techniek dan muziek, maar het gaat er even om, dat het systeem te horen is.

Een doorontwikkeling leidde tot een meer bruikbaar ritme-apparaat, welke in een kastje met een ingebouwd versterkertje zat. Het instrument had al 16 ritmes, maar het raakte snel in de vergetelheid.


Muziekleraar Joseph Schillinger, leunend over de Rhythmicon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pas in 1959 kwam de eerste commercieel geproduceerde drummachine, de Wurlizer Sideman. Een enorme machine met een groot draaiend wiel met uitstekende pinnetjes, zoals een speeldoos. Het instrument had tien, door buizen opgewekte, drumgeluiden. Door de schijf sneller te laten draaien kon de ritme-snelheid geregeld worden. Dit apparaat bezat zelfs een draad-afstandbediening en in de box zaten zowel de voor,- als eindversterker en ook de speakers. De Sideman werd het eerste commerciele succes van de drum-machines.























 

 




Bedieningspaneel Wurlitzer Sideman









Aan de ándere kant van de wereld echter was tergelijkertijd een enthousiaste, jonge uitvinder bezig, een zekere Ikutaro Kakehashi. Deze Japanner was net als Laurens Hammond ook begonnen in de klokken en horloge industrie.
In 1954 begon Mr. K (zoals hij gerespecteerd wordt aangeduid binnen de Roland organisatie) een electronika en radio reparatiewinkeltje, welke hij met succes en met 20 man personeel verkocht in 1955.

Met zijn kennis, oude onderdelen van telefoons, een oud traporgeltje en simpele transistor-oscillatoren bouwde hij een 4-octaafs orgeltje: PROTOTYPE-1

Het klonk echter niet zoals hij verwacht had, dus bleef het bij een prototype.

In 1960, het jaar dat hij Ace Electronic Industries stichtte, ontwierp hij een één-klaviers-orgel, hetwelk volgens zijn planning, de Technics/National SX-601 had moeten worden.
Dit instrument zou na vele omzwervingen de moeder worden van de later succesvolle Hammond Piper.



Boven: de jonge Mr. Kakehashi achter de SX-601.

Hieronder: de Technitone SM-31 uit 1963, waarschijnlijk een vroeg proefmodel.

Matsushita/Technics/National zag het echter niet zitten. Het was financieel voor Mr. Kakehashi op dat moment nog niet uitvoerbaar om het orgel zelf in produktie te nemen, hetgeen ze later echter wel deden. Hij ging echter onverdroten door en nadat hij een Wurlizer Sideman ritmebox had gezien, zoals hierboven beschreven, was Mr. K. zeer geïntrigeerd.

Het werd 1964 en ondertussen bouwde Mr. Kakehashi ook een drum unit genaamd de Ace Electronics R1 Rhythm Ace.




tesamen met een monofoon keyboard genaamd de Canary.

Mr. Kakehashi huurde een standje op de NAMM show in Chicago en probeerde daar fabrikanten te enthousiasmeren voor zijn ritme-uitvinding (foto hieronder, links het R-3 onderbouw ritme en rechts het Canary orgeltje).

 

HierDe R-3 met wat schema's:

Er werd in 1965 door de fa. Multivox een LP op de markt gebracht,met de gesproken handleiding,en waarschijnlijk een aantal op de rhythm ace gespeelde ritmes.

Hier een video met Sam Ulano;
maar onduidelijk is, wat het verband hij er mee heeft:

http://www.melodig.com/release/12351303

Hier de buizen-Canary S-2 1962:

 

Hieronder in gesloten staat:

 

Hier de latere transistor-Canary S-3 1963 :

Hier op het 3-potige onderstel:

Hier
is een video te zien en te horen, ver een gereviseerde Canary.

Hier een oude folder weergave:






Zie hoe Mr. Kakehashi toen al het idee had, voor een lade-model = onderbouw ritmebox.







De drum unit R1 sloeg helaas op de beurs niet aan, omdat het een boxje was waar je realtime op zes knopjes moest trommelen, waar dan 6 drumgeluidjes onder verstopt zaten.
Organisten meenden tijdens het musiceren, dat hun handen het al druk genoeg hadden. Mr. Kakehashi was echter in het geheel niet uit het veld geslagen. De volgende stap, die hij zette bleek het moment te zijn, waar ineens allerlei stukjes van de puzzle in elkaar gaan vallen en duidelijkheid geschapen gaat worden. 

Mr. Kakehashi klopt aan bij Hammond en deze wil het R1- idee wel adopteren. Er volgt een eerste stap op wat een grote samenwerking zal gaan worden. Hammond ziet een los kastje eerst niet zitten, maar ziet wel mogelijkheden voor de volgende, van de bovengemoemde R-3 afgeleidde, oplossing.

Dit leidde tot de overbekende zes knopjes, drumsounds die door het ondermanuaal en/of het pedaal getriggerd worden. De Hammond's konden voor zo'n NLG 400,-  meerprijs worden besteld met dit bakstuk, waarbij het typenummer dan werd dan gevolgd door een 1. Dus: bijv. L 122-1 of T 222-1 (zie ook prijslijsten)

Hieronder een Deense folder:





Als we het geluid nu horen, dan ben je niet erg onder de indruk meer, doch we moeten ons realiseren dat er voordien niets was op dit gebied. Even later vond Mr. Kakehashi met zijn collega's de DIODE MATRIX uit, welke de drum-geluiden een "plek" konden geven in een bepaald patroon. Anders gezegd: de drummachine kon uit zichzelf, onafhankelijk, door blijven gaan.

Hier eerst een indrukwekkende lijst van ritme-machines die Ace Tone op de markt zou brengen:

  • R1 Rhythm Ace (Push button percussion) (1964)
  • Rhythm Ace R-3   (1966)
  • Rhythm Ace FR-1 (1967) In 1967, FR-1 was introduced as option of Hammond organ+.[A][H]
  • Rhythm Ace FR-2L [A][H]
  • Auto Rhythm FR-2D [S][H]
  • Rhythm Ace FR-3 (c.1967) [A][H],[R]
  • Rhythm Ace FR-3S [M]
  • Rhythm Ace FR-4 [M]
  • Rhythm Ace FR-6/FR-6P (c.1972 or 1974) [A][S]
  • Rhythm Ace FR-6M [M]
  • Rhythm Ace FR-7M
  • Rhythm Producer FR-7L [R][H]
  • Rhythm Producer FR-8L [A][M]
  • Rhythm Ace FR-13
  • Rhythm Producer FR-15 (1975) — partly programmable rhythm machine
  • Rhythm Ace FR-20 (Floor type)
  • Rhythm Ace FR-30 (Floor type)
  • Rhythm Ace FR-60 (Floor type)
  • Rhythm Ace FR-70 (Floor type)
  • Rhythm FEVER FR-106
  • Hammond Auto-Vari 64 (AV-64) [A][H]

Note: Rhythm Ace series were known to be shipped under multiple brands as following:
::[A][H] Ace Tone model also shipped from Hammond.
::::* Ace Tone FR-2L ⇒ Hammond Auto+ (1972)


Het is 1967, het jaar van de geboorte van de FR1 Rhythm Ace, de eerste getransistoriseerde ritme-machine met 38 transistors en 107 diodes. Dat, wat er tot dan toe op de markt was, werkte met buizen en vaak ook nog mechanisch.


Hier een demootje.

 

 

In 1970 werd ditzelfde ritme in een platte orgel-uitvoering geïntroduceerd onder de naam FR 2-L.

Er zat een klein verschil in met de oorspronkelijke versies, want er zaten drie ronde schakelaartjes bij om bepaalde ritme instrumenten te kunnen uitschakelen. 
FR-1: Cymbal, Clave, Cowbell en Bass Drum
FR-2: Cymbal, Clave en Snare.
De volgorde van de ritmes werd omgedraaid.

 

 

 






Zoals hierboven en hieronder te zien is werd de Ace tone verkocht onder de naam  Hammond Auto Rhythm. Hier werd wel iets veranderd aan de patronen en de, uit te schakelen, geluiden werden nu: Cymbal, Claves en Snare, zoals hieronder te zien is.




(Dit exemplaar is van Leo de Groot).




Ook werd hij in een aantal orgel-modellen standaard ingebouwd, zoals onder andere in de hieronder getoonde H- 300 serie.


 

 

 

De prachtige H-395 (hierboven) 

Toen kwam Hammond met een enorme kaskraker van ACE TONE, de Rhytm II Machine:



Hier kunt u meer over het ontstaan en de achtergrond van deze ritme box te weten komen. Later zou Hammond de fa. Ace-Tone overnemen en zou Kakehashi de Roland fabriek oprichten.

Klik hier voor het vervolg.