THIJS VAN LEER

De meester van de polyfonie

Tekst: Gertjan Buunk   
Artikel uit Turning Wheel 2009-1

Voor de komende ledendag kunnen we ons verheugen op een optreden van Thijs van Leer met Focus. Gertjan Buunk zocht Thijs op voor een uitgebreid interview.

Toen ik hoorde dat Thijs van Leer de komende ledendag zou optreden voor onze vereniging, was ik zeer enthousiast. Toen ik hoorde dat ik hem mocht interviewen, werd ik zo mogelijk nog enthousiaster. Maar ook een beetje nerveus. Want om oog in oog te staan met een man die ik al sinds mijn jeugd bewonder, tegenop kijk bijna, dat is toch wel iets bijzonders, dat maak je eigenlijk maar één keer in je leven mee.
Dus toog ik met een lichte kramp in mijn maag per auto naar Lathum, Gelderland, de plaats waar Thijs al een aantal jaren woont, samen met zijn partner Annelies.
 
Toen hij opendeed, verwelkomde hij mij hartelijk. Ik had een kunstboek voor hem meegenomen (omdat ik had gelezen dat Thijs een poosje kunstgeschiedenis had gestudeerd) en een bosje bloemen voor Annelies. Na even over koetjes en kalfjes te hebben gepraat en het ijs was gebroken,  gingen we met een kopje koffie op zijn gigantische bank zitten en stak Thijs van wal.
Thijs is een zeer boeiend verteller met een ijzersterk geheugen voor namen, data en feiten. Verder vond ik het heel interessant dat Thijs het gesprek lardeerde met voorbeelden en uitleg aan de piano.

Jeugd

Thijs was en  is een muzikale duizendpoot, die bekend geworden is met zijn groep Focus in de jaren zeventig en met zijn zeer succesvolle albums onder de titel Introspection, die tot de meest verkochte albums van Nederland kunnen worden gerekend. Als driejarig kind kreeg Thijs, geboren op 31 maart 1948 te Amsterdam, zijn eerste pianolessen van zijn moeder. Door middel van een allegorisch sprookjesverhaal werd elke toets een plaats gegeven.
Thuis werd veel door de familie en vrienden gemusiceerd. Onder andere kwam de destijds bekende klavecinist Jaap Spicht vaak spelen. Voornamelijk Bach en tijdgenoten werden vertolkt.  Bach was een favoriet van zijn vader, die ook musicus was en fluit speelde. Als zesjarige maakte Thijs zijn eerste compositie voor oom Willie, die toen voor het eerst op bezoek kwam in Nederland. Oom Willie was de man die pa Van Leer tijdens de Tweede Wereldoorlog in Zwitserland heeft opgevangen, toen hij daar als Joodse vluchteling belandde. Pa kreeg ook een beurs van oom Willie voor een fluitstudie aan het conservatorium. Oom Willie is altijd met de familie Van Leer bevriend gebleven.

Concertgebouw

In 1958 trad Thijs voor het eerst op in het Concertgebouw te Amsterdam. Thijs kreeg in die tijd pianoles van Karel Hilsum, die het heel belangrijk vond dat leerlingen hun plankenkoorts leerden overwinnen. Dus moesten zijn leerlingen, en ook Thijs, regelmatig optreden in de kleine zaal van het Concertgebouw voor familie en bekenden.
Op de lagere school zat Thijs in een schoolorkest,  waarbij  twee maal per jaar concerten werden gegeven voor ouders en vrienden, onder leiding van pa Van Leer. Thijs speelde overigens klavecimbel in dit orkest. Ook hadden Thijs en zijn broer thuis een carillon gemaakt van wijnglazen, waar kerstliederen op werden gespeeld.
Op zijn twaalfde maakte Thijs kennis met de jazz door vriendjes van school. Miles Davis, Oscar Peterson, Charlie Parker en Jerry Mulligan waren zijn helden. Jazz was echter thuis taboe en zijn ouders waren geschokt dat Thijs deze muziek draaide. Om Thijs op andere gedachten te brengen, besloot pa zijn zoon fluitles te geven.
Na het gemeentelijk gymnasium in Hilversum, waar de familie Van Leer toen woonde, vertrok Thijs naar Amsterdam, waar hij kunstgeschiedenis ging studeren. Hij werd lid van een studententoneelgezelschap waarbij hij de hoofdrol vervulde in een stuk van Webster. Repetities vonden plaats in het gebouw Felix Meritis, waarin ook de toenmalige CPN resideerde.

Ramses Shaffy

Thijs kreeg in zijn studententijd een tip om Ramses Shaffy te bellen, omdat Ramses mensen zocht voor zijn nieuwe programma: Shaffy Chantate. 



Thijs deed auditie met een zelfgemaakte compositie
'Nooit zal ik vergeten', gebaseerd op een jeugdliefde. Thijs zong dit nummer,
 en begeleidde zichzelf op de piano.
 Hij werd aangenomen als achtergrondzanger
 en trad met de Shaffy-groep door het hele land op.
 


Thijs was inmiddels met zijn studie kunstgeschiedenis gestopt en beroepsmuzikant geworden. Omdat pa Van Leer vond dat hij toch een vak moest leren, volgde Thijs de leergangen schoolmuziek en fluit aan het conservatorium.

Trio Thijs van Leer

Na de tijd met Ramses Shaffy en zijn conservatoriumstudie richtte Thijs het Trio Thijs van Leer op met Thijs op orgel en fluit en vrienden Martijn Dresden en Hans Cleuver respectievelijk op bas en drums. Het trio trad solo op, maar fungeerde ook als begeleidingsband.
 

Zo begeleidde het trio onder meer de musical Hair, Ramses Shaffy, Liesbeth List en ook Neerlands Hoop. Met deze laatsten namen ze een kerstsingle op. De muziekstijlen die het trio solo speelde, waren jazz (voorbeeld Jack McDuff), blues en pop.
Bands als Traffic met Steve Winwood dienden als voorbeeld. Niet alleen muzikaal diende deze Britse band als voorbeeld, maar ook tekstueel. De teksten van gewone bluesnummers vond Thijs eigenlijk te veel vol zelfbeklag.
 Met het nummer MacArthur Park, geschreven door Jimmy Webb en bekend geworden door de Ierse zanger en acteur Richard Harris, begon de muzikale richting van het trio zich te ontwikkelen in de richting van de stijl waar Focus mee bekend is geworden. Al voordat Jan Akkerman zich aandiende, had Thijs het trio al omgedoopt tot Focus.
Thijs presenteerde in deze periode ook het muziekprogramma Tween voor de NCRV. Hij zorgde ervoor dat muzikaal interessante gasten optraden in zijn programma, zoals The Nice of onbekende bands zoals de groep Serpentine uit Hilversum. Met Keith Emerson van The Nice kreeg hij na afloop van het programma trouwens ruzie, omdat Thijs vond dat Keith het nummer America helemaal verknipt had. In plaats van het ingewikkelde ritme van het oorspronkelijke nummer speelde The Nice het in een vierkwartsmaat. Thijs zei daar wat van tegen Keith Emerson, waarna deze boos werd.
Na één seizoen werd Thijs al vervangen door Eddy Becker, omdat de muziek die Thijs uitzocht niet commercieel genoeg was. Het draaide volgens Thijs toen ook al alleen maar om de kijkcijfers.

Focus

Tijdens één van de repetities van het Trio, dat dus al Focus heette, kwam Jan Akkerman een keer meespelen, omdat hij was uitgenodigd door bassist Martijn Dresden. Dat klikte heel goed. Thijs zegt daarover: "We zijn een echte jaren zeventig band. Met Jan zijn we precies op 1 januari 1970 begonnen."

 Al gauw werd er in Londen een album opgenomen genaamd Focus Plays Focus, later omgedoopt tot In and out of Focus, waarmee de groep grotere bekendheid kreeg, doordat de hit House of the King was toegevoegd.
Om internationale aandacht te krijgen kwam wederom Martijn Dresden met het idee om via een talentscout Hubert Terheggen te benaderen. Deze was programmadirecteur van Radio Luxemburg. Radio Luxemburg was een internationale zender met Engels sprekende deejays, zodat muziek die daar gedraaid werd ook in andere landen dan Nederland te beluisteren was. Hubert Terheggen werd toen ook manager van Focus.

Nieuwe drummer en bassist

Eind 1970 wilde Jan Akkerman niet langer samenwerken met Martijn Dresden en Hans Cleuver, omdat hij liever met drummer Pierre van der Linden wilde spelen en een andere bassist. Hij kende Pierre al van Johnny and his Cellarrockers en Brainbox. Thijs vertelt dat hij hierdoor voor een groot dilemma werd geplaatst: ging hij door met zijn oude vrienden of met Jan Akkerman en een nieuwe drummer en bassist.

Thijs besloot het laatste te doen. Wel met pijn in zijn hart, omdat zijn vrienden Martijn en Hans dit als verraad bestempelden. Maar het avontuur met een gitaarvirtuoos als Jan Akkerman trok zo sterk dat hij dit voor lief nam.
Later is deze verwijdering bijgelegd en is Hans Cleuver zelfs manager van Thijs geweest. Pierre van der Linden werd dus de nieuwe drummer en Cyril Havermans  de nieuwe bassist, korte tijd later ook weer vervangen door Bert Ruiter. In deze bezetting werden de grootste successen geboekt en werd Focus een wereldband met hit als House of the King, Hocus Pocus en Sylvia.
Producer werd niemand minder dan Mike Vernon, ook bekend van zijn werk met Fleetwood Mac. Met hem werden de albums Focus 2 (Moving Waves in het buitenland), Focus 3, Live at the Rainbow en Hamburger Concerto opgenomen. Tijdens dit laatste album vertrok Pierre van der Linden om in Trace (met Rick van der Linden) te gaan spelen en werd een vervanger gevonden in Colin Allen, die  later weer werd opgevolgd  door David Kemper.

Einde Focus

Het laatste album waar Jan Akkerman aan meedeed was Mother Focus. Thijs vertelt dat op dit album Bert Ruiter als componist veel bijdragen heeft geleverd, omdat Thijs en Jan de beste composities bewaarden voor hun soloalbums. Hierdoor klonk dit album anders, veel Amerikaanser, dan de vorige albums.
In 1976 stapte ook Jan Akkerman uit Focus. Vervolgens werd nog één album opgenomen met de legendarische Britse blueszanger PJ Proby, genaamd Focus con Proby. Op dit album spelen de gitaristen Eef Albers en Philipe Catherine mee. Dit waren ook echte gitaarvirtuozen, die zich  konden meten met Jan Akkerman.
Daarna was het afgelopen met Focus deel 1 en, op enkele reünieconcerten na,  moesten we wachten tot 2002. In dat jaar werd Thijs gevraagd om eens mee te spelen met een tribute-to-Focus band, genaamd Hocus Pocus.  Grote motor achter deze groep was Ruben van Roon, die vooral bekend was als drummer bij Hans Dulfer.
Ruben, gitarist Jan Dumée en bassist Bobby Jacobs, de stiefzoon van Thijs, hadden oude Focusnummers ingestudeerd. Op een dag vroegen ze Thijs om eens langs te komen met zijn orgel, want ze hadden een verrassing voor hem. Thijs was tot tranen geroerd bij het horen van de vertrouwde muziek, die perfect werd gespeeld. Met zijn vieren klonk het helemaal als vanouds.

Herstart Focus

De band was eigenlijk als liefhebberij bedoeld, maar op een dag kwamen ze via een bevriend journalist van Jan Dumée in contact met Willem Hubers, die manager was van wereldberoemde  namen als Chick Corea en Astrud Gilberto. Hij zou concerten en tournees over de hele wereld voor de band regelen, als ze zich weer Focus gingen noemen. Dit was in een paar minuten bekeken. Thijs heeft toen ook drie keer serieus aan Jan Akkerman gevraagd of hij interesse had om mee te doen met Focus, omdat Thijs vond dat de naam Focus eigenlijk net zo verbonden was met Jan als met hemzelf.
Tot drie keer toe zei Jan echter nee. "Een mens mag nee zeggen, en zelfs tot driemaal toe, maar dan ga ik het geen vierde keer vragen", aldus Thijs. En zo kwam een frisse nieuwe Focus met Thijs, maar zonder Jan Akkerman uit de startblokken. 

Het album Focus 8 en Focus9/New Skin zijn intussen verschenen. Verder is Jan Dumée vervangen door virtuoos en lyricus Niels van der Steenhoven en zit ook oudgediende Pierre van der Linden weer achter het slagwerk, nadat Bert Smaak eerst nog een tijdje drummer is geweest na Ruben van Roon.

Solocarrière

Parallel aan Focus had Thijs eigenlijk een volwaardige solocarrière.  Zo nam Thijs in de jaren zeventig een viertal albums op onder de naam Introspection. Hierop speelt hij fluit met begeleiding van een groot orkest. De nummers bestonden uit bewerkingen van klassieke nummers en eigen composities. Het orkest stond onder leiding van Rogier van Otterloo, die Thijs ook hielp met de arrangementen. De achtergrondzang kwam voor rekening van Letty de Jong.
 

Van de Introspection albums zijn vier afleveringen verschenen. Ze waren bij elkaar alleen al in Nederland goed voor bijna drie mljoen verkochte platen. Een record dat lange tijd stand zou houden.
Na Focus en de Introspectionserie vervolgde Thijs zijn solocarrière met een indrukwekkend aantal optredens en albums. De albums zijn gemaakt met verschillende muzikanten en er zijn wisselende muziekstijlen te horen. Thijs noemt met name zijn optredens in 1977 tijdens het Montreux Jazzfestival. Hij trad hier op met vele bekende jazzgrootheden, waaronder Woody Shaw, Stan Getz, Barry Golson en Maynard Ferguson. Hij stond met deze vier musici vier uur achtereen in een bigband bezetting te spelen.
Naar aanleiding van de optredens in Montreux werd in New York het album Nice to have met you opgenomen. Deze titel is ontleend aan het feit dat iedere Amerikaan die Thijs tegenkwam steevast na tien minuten zei 'nice to have met you'. Op de voorkant van de hoes staat een surrealistisch schilderij van Richard Hess, dat bij Thijs thuis hangt.




Dona Nobis Pacem

 

 

Een ander album dat Thijs noemt,
is genaamd O my love.

Thijs heeft dit album opgenomen
in Los Angeles samen met de producer/composer Paul Buckmaster.

Ook zijn toenmalige echtgenote
Rosalie doet mee als medeauteur
van de  composities,
en neemt ook de zang van een paar nummers voor haar rekening.





Het album dat Thijs als één van zijn meest geslaagde werken vindt is de mis Dona Nobis Pacem, die als dubbelelpee onder de naam Pedal Point is verschenen in 1981. Hierop spelen naast Thijs mee: Mario Argandona (drums, zang), Tato Gomez (bas, zang) en Paul Shigihara (gitaar). Het project ontvangt de handgeschreven zegen van Paus Johannes II. De groep doet een Europese toernee en treedt op in kerken en kathedralen, op concertpodia en tijdens vredesmanfestaties. Het werk is op papier gezet door pianist Colijn Buis. Ik heb een door Thijs gesigneerde kopie van de cd gekregen en ik vind het inderdaad schitterende muziek. Jammer dat ik niet eerder van dit meesterwerk op de hoogte was.

Andere bands

Veel later, in 2004, vond een nieuw hoogtepunt in zijn carriére plaats. Dit was het optreden van Thijs samen met het koor van de Sixtijnse Kapel in een nis van de Sint Pieter. Dit optreden was ter gelegenheid van de onthulling door paus Johannes Paulus II van het marmeren beeld van de heilige Theresa de los Andes de Chili. De muziek van dit optreden was gecomponeerd door Thijs en de teksten waren geschreven door Juan Eduardo Fernandez, de maker van het beeld.

 



Thijs heeft ook in andere bands gespeeld,
zoals de Van Leer Band
rond 1986,
waarmee het album "I hate myself for loving you" werd opgenomen.
Ook in de Thomas Blugband en Blues Summit was Thijs in de eerste jaren van het huidige decennium actief.
Met deze laatste twee bands ging Thijs op de jazzrock respectievelijk de bluestoer met nationale grootheden als John Lagrand (mondharmonica) en Eelco Gelling (gitaar).






Componeren

Op mijn vraag hoe die fraaie composities van hem tot stand komen met die vaak waanzinnig mooie harmonieën en akkoordwendingen, geeft Thijs een uitgebreid antwoord. "Ik componeer meestal tussen 4 en 6 uur 's morgens. Vaak sta ik al op met een idee of met een melodie in mijn hoofd", zegt hij. Thijs gaat aan de piano zitten om het te demonstreren. Hij zegt: "Het gaat eigenlijk vanzelf, mijn handen bewegen vaak over het klavier gestuurd door een wil die buiten mijn bewustzijn omgaat."
En hij speelt wat voor de vuist weg. Inderdaad dat gaat vanzelf lijkt het. "Dat ik zo vroeg opsta is dat ik 's morgens vroeg de meeste inspiratie heb. Eigenlijk heb ik daar nooit gebrek aan. Zo is Dona Nobis Pacem ook ontstaan", legt hij uit. Thijs zegt erbij dat hij mensen graag wil verrassen met zijn muziek, maar nooit  wil shockeren.


 
Verder legt hij uit hoe het gekomen is dat hij zich is gaan concentreren op het componeren. Het 'a vue' spelen van muziek is namelijk nooit zijn sterkste kant geweest. Dit wordt ook wel 'a prima vista' genoemd en is het onmiddellijk spelen van muziek die in notenschrift voor je staat. Het werkt net als voorlezen, alleen doen de handen en vingers hier het werk in plaats van het spraakorgaan. Dit is lang niet iedereen gegeven. Je moet er hard voor studeren en talent voor hebben. En het hangt ook af van de moeilijkheidsgraad van het te spelen stuk. 

Andersom kunnen veel musici die uitstekend a vue de moeilijkste dingen kunnen spelen, weer nauwelijks improviseren en moeten dus stoppen als de bladmuziek plotseling wordt weggenomen. Dáár heeft Thijs dus geen last van, want improviseren kan hij als de beste.
Als uitvloeisel hiervan ontstaan dus zijn composities, die hij overigens op papier helemaal kan uitschrijven. Illustratief zijn de manuscripten van Thijs, die op de lessnaar van zijn vleugel staan. 'Focus 9', staat er boven geschreven.

Hammond

Op mijn vraag hoe hij in contact is gekomen met het Hammondorgel antwoord Thijs dat het weer een idee was van Martijn Dresden, de eerste bassist van Focus. Toen Thijs een erfenis kreeg van een oom kocht hij op advies van Martijn een L100 en twee leslieboxen, voor het stereo effect. Met dit orgel begon hij dus in het  trio.
Waarom een L100? Volgens Thijs was dat in die tijd het poporgel bij uitstek. Beter nog dan de B3, die Thijs meer geschikt vindt voor jazz. De L100 heeft hij trouwens nog steeds. Die is onlangs onderhanden genomen door Sjaak van Oosterhout en staat speelklaar in Thijs' studio in Antwerpen. Het orgel heeft echt alle uithoeken van deze aardbodem gezien, is van hot naar her getransporteerd, is 40 jaar oud en nóg is het in gebruik. Onverwoestbaar dus.
Het enige andere Hammondorgel dat hij verder heeft aangeschaft is de XB3. Waarom geen toonwielorgel? Thijs legt uit dat hij de mogelijkheid wilde hebben om instrumenten door middel van MIDI aan te sluiten.
 





Dit is Thijs z'n XB3
aangeschaft via onze Jan Herbert bij Staffhorst.
Thijs was zeer gecharmeerd van de after touch mogelijkheid

 

 


Bovendien  heeft de XB3 een beetje het geluid van een L100, dus met veel geluid in het middenspectrum. De XB3 is doorgezaagd om makkelijker te transporteren.

Ruimtelijk geluid

Op mijn vraag hoe Thijs toch komt aan dat mooie ruimtelijke geluid, antwoordt hij dat hij constant met de leslieschakelaar heen en weer gaat. De leslie moet qua snelheid ongeveer zitten tussen tremolo en chorale. Vroeger had Thijs zelfs een potmeter in plaats van een schakelaar. Dan kon hij de snelheid van de leslie naar wens instellen. De microfooninstellingen die Thijs gebruikt om de leslie te versterken zijn: één microfoon onder, en twee boven in een hoek van 100-110 graden.
Ook Jan Akkerman gebruikte in zijn Focustijd vaak een leslie. Thijs vertelt dat Jan en hij tijdens een Amerikaanse toernee ieder 24 leslies op het podium hadden staan. Een muur van geluid. De registratie die Thijs veel gebruikt is: 888000000 met de third harmonic percussie. Het jazzorgel geluid dus. Thijs bespeelt het orgel in Focus eigenlijk alleen met zijn rechterhand. Met zijn linker is hij contant aan het registreren of met de leslieswitch in de weer.
Ik zeg tegen Thijs dat het me opvalt dat hij wat betreft toetsen eigenlijk alleen de Hammond bespeelt en geen stapelaar is zoals wijlen Rick van der Linden of Rick Wakeman. Hij antwoord dat het komt doordat 'hij te stom is om die dingen aan te sluiten'. Overigens gebruikt Thijs wel degelijk meerdere toetsintrumenten tegelijk, maar dat doet hij alleen bij solo optredens. Het hoofdinstrument is dan de Yamaha Motif 8.

Bells Palsy

Ik vraag Thijs of het klopt dat Bert van den Brink ervoor heeft gezorgd dat Thijs weer is gaan spelen. Thijs legt uit dat hij, toen hij net weer begonnen was met Focus, last kreeg van een eenzijdige gezichtsverlamming. Bij de dokter werd geconstateerd dat dit een zogeheten Bells Palsy was, iets waarvan men vermoedt dat de oorzaak een virus is en waar weinig aan te doen is.
Thijs kon in ieder geval geen fluit meer spelen, omdat hij geen embouchure meer had. De toer met Focus ging weliswaar door, maar Thijs beperkte zich tot het orgel.
 
Thijs vertelt dat hij daar erg mee zat, ook al omdat hij als fluitist voor een deel zijn boterham verdient. Uiteindelijk, na diverse specialisten te hebben geraadpleegd, werd hij genezen door een natuurgenezeres.
Omdat hij nog erg onzeker was wat betreft zijn fluitspel, durfde hij toch nog niet op te treden. Toen heeft zijn partner Annelies hem meegenomen naar Cees Place aan de Oudegracht in Utrecht, waar Bert van den Brink zou optreden samen met medepianist Colijn Buis. Door zachte overreding van Annelies, met als argument "Bert vangt het wel op als het niet goed gaat" is Thijs in kleermakerszit op het podium gaan zitten en heeft zijn prachtige compositie Renaissance gespeeld, met  Bert op de piano.
Thijs merkte dat het goed ging, hoewel de lange noten nog moeilijk waren vol te houden. Maar Bert ving dit inderdaad prima op. Sinds die tijd is Thijs weer stevig gaan oefenen en speelt hij beter dan ooit tevoren, zo vertelt hij. Bert en Annelies zijn de drijvende kracht geweest dat Thijs weer fluit speelt.
Ridder in de Orde van Oranje Nassau
Onlangs heeft Thijs voor zijn grote bijdragen aan de muziek een lintje gekregen en is hij bevorderd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ook hierachter is Annelies de drijvende kracht geweest. Zij heeft een jaar lang alles in stilte voorbereid, terwijl Thijs van niets wist. Op de dag zelf dacht Thijs dat hij als mistery guest moest optreden in het plaatselijke kerkje van Lathum. In plaats daarvan waren al zijn familieleden en vrienden al aanwezig en alle apparatuur en instrumenten al opgesteld. In het begin had Thijs nog niets in de gaten, maar toen de burgemeester het woord nam kreeg hij het door. Uiteraard heeft Thijs gespeeld. Op fluit met begeleiding van Bert van den Brink en met Focus. Ook heeft familie, waaronder zijn kinderen, voor hem opgetreden.
Op mijn vraag hoe hij het vond om een lintje te krijgen en om deze gebeurtenis mee te maken zegt hij na enig nadenken: "Het heeft mij vervuld met diepe dankbaarheid jegens allen die mij dierbaar zijn."
Muziekmozaïek heeft exclusief opnamen gemaakt die een tijdlang op internet te zien zijn geweest.

Familie in de muziek

Op mijn vraag of hij de enige van zijn familie is geweest die in de muziek is terecht gekomen, antwoord Thijs dat vrijwel iedereen hetzij beroepshalve hetzij als amateur in de muziek terecht is gekomen. Broer Frank speelt viool en fagot, broer Maarten is koordirigent en zijn moeder heeft vroeger in een Bachkoor gezongen en wilde eigenlijk operazangeres worden. Zijn (stief)kinderen maken zonder uitzondering muziek: Jeroen Jacobs is pianist/componist en Bobby Jacobs is bassist (in Focus). Zijn zoon Roeland is pianist en heeft een studio in Antwerpen.  Zijn dochter Berenice is jazz/popzangeres en treedt vaak op met Wicked Jazzsounds. Eva speelt viool en is picturaalkunstenares en Ruben is, naast dat hij drummer is, tevens masterdesigner en opgeleid aan de Rietveld Academie. Hij heeft de hoes van Focus 9 ontworpen. Een zeer muzikale en kunstzinnige familie dus.

Nieuwe projecten

Met Focus is Thijs alweer bezig met een nieuw album dat Focus 10 moet gaan heten. Verder zitten er een live dubbel cd en een dvd in de pijplijn.
Wat betreft zijn solo-activiteiten zegt Thijs bezig te zijn met een album dat als werktitel I did it Steinway heeft. Het album zal alleen maar eigen composities van Thijs bevatten en de partijen zullen voor het grootste deel door hemzelf worden gespeeld. Tegelijk met dit album is het de bedoeling dat Thijs een theatertoernee zal gaan maken, waarin hij alleen zal optreden met piano, fluit en zang. ◄