LESLIEKABINETTEN IN DETAIL (6)

Tekst: vrij naar Tipps vom Technujer OKey 175, bewerkt door Daan van Oostenbrugge
Artikel uit Turning Wheel 2025-2


Nadat we een hele reeks artikelen gewijd hebben aan de bekende buizenleslies 147 en 122, gaan we in deze aflevering kijken naar een bekende Leslie uit het transistortijdperk -of is berucht een beter woord-?

De stekkerverbinding zorgt voor de nodige hoofdbrekens.

Begin jaren ’70 introduceerde Donald Leslie verschillende Lesliespeakers met transistorversterkers. Het was indertijd de logische vervolgstap in de stand van de techniek, en ook de mogelijkheden van de orgels ontwikkelden zich in rap tempo. Het werd steeds normaler dat er naast de voor de Leslie-effecten ideale Tibias en drawbars ook andere registers beschikbaar kwamen: piano’s, strijkers en blaasinstrumenten. En ook de onvermijdelijke ritmebox deed zijn intrede. En die klonken in de meeste gevallen natuurlijk voor geen meter door een draaiende Leslie... Kortom: de nieuwe modellen moesten voor de overige geluiden een eigen versterking hebben, die niet werd beïnvloed door het draaien van de trommel en hoorn. En, voor het mooie, een stop-functie voor de orgels zonder aparte Leslie-uitgang bij de tibia’s en/of drawbars. Dat vereiste wel meer dan zes polen voor de Leslie-aansluiting. Daarvoor werd een nieuwe 9-polige stekker ontworpen. Deze aansluiting werd vervolgens voor veel modellen gebruikt, denk aan alle 700, 800, en 900-modellen.

De tweekanaals Leslie werd uitgebracht onder de naam 700 en 720. Deze was ontworpen voor gebruik bij de LSI-Hammondorgels die voor de overige geluiden een strak kanaal nodig hadden. Denk aan de Concorde of de latere Aurora.


Leslie 760

Het meest verkochte model van deze nieuwe generatie is de 760 - met één kanaal, vaak in combinatie met de Hammond X-5, de combo-uitvoering van de LSI-orgels. Dat het om een nieuwe generatie ging, was duidelijk te zien: houtfineer en huiskamermeubelwaardige styling waren vervangen door zwart vinyl, metalen handvatten en zilvergrijs doek over de speakergaten. Robuust genoeg om jaren mee te touren. Wie de mooie houtfineer op de Leslies miste werd bediend door de 770 - dezelfde techniek in een behuizing die sterk leek op de aloude 147 en 122. De 760 was dan ook ontworpen om als een vrij naadloze vervanger te dienen van deze buizenleslies.


Transistors versus buizen

De 760 heeft twee bijna identieke, van transistors voorziene solid state eindversterkers, één voor de bastrommel en de andere voor de hoorn. Daardoor ontstaat meer uitgangsvermogen dan bij de buizenleslies (Bass 50 W + Treble 40 W = totaal 90 W). Hier geldt wel een principieel nadeel van transistorversterkers: bij buizenleslies neemt de overdrive - vanwege de constructie van en met de buizen - gelijkmatig toe met het verhogen van het volume. Deze overdrive wordt ook als bewust effect ingezet om het orgel meer ’bite‘ te geven en draagt mede bij aan de klank zoals velen die van een Hammondorgel kennen. Bij transistorversterkers is dit effect niet mogelijk. Tot aan de oversturingsgrens wordt het geluid onvervormd en kraakhelder weergegeven, als die grens wordt gepasseerd komt er een compleet onbruikbaar geknetter tevoorschijn...

Vele organisten bleven daarom hun 122 of 147 trouw en namen het lagere vermogen van ongeveer 41 W voor lief. Maar er zijn creatieve oplossingen om ook de 760 goed te laten grommen: bijvoorbeeld om de overdrive met een losse buizenversterker te genereren en die tussen de verbinding van orgel en Leslie te plaatsen. En moderne orgels hebben uiteraard een digitaal nagebootste Tube Overdrive tot hun beschikking.


Scheidingsfilter

Buizenleslies hebben voor beide kanalen één en dezelfde versterker. Het signaal gaat vandaar over een scheidingsfilter naar de bass- en treblekanalen (zie de vorige afleveringen). De volgende afbeelding geeft het schakelschema van de Leslie 760 weer.

Het geluidssignaal wordt bij de ingang gelijk door een scheidingsfilter (crossover) naar een eigen bass- en treble-eindversterker gezonden. Vervolgens is de schakeling in vergelijking met een buizenleslie zeer simpel. Drie transistoren en RC-kringen voor de high- en low pass-filters zijn genoeg, omdat hier in tegenstelling tot buizenleslies geen grote spanningen verwerkt moeten worden. Aan de ingangen van beide versterkers bevinden zich gescheiden volumeregelaars voor het bass- en treblekanaal.


Elektronische rem

In de 760 is een elektronische rem beschikbaar om de Leslie sneller stil te zetten. Zonder deze rem zou het ongeveer 10 seconden duren voordat na het omschakelen naar Stop de zware bastrommel eindelijk stilstaat. De rem bestaat uit een transistor, wat dioden en weerstanden en een kleine elektronische condensator. Als van Tremolo naar Stop wordt geschakeld wordt de condensator geladen en de Slow-motoren remmen de trommel en hoorn af. Zodra de condensator ontladen is, worden de Slow-motoren uitgeschakeld en staat alles bliksemsnel stil.


9-polige stekker

Dan de beruchte stekker... in de tabel staan de aansluitingen vermeld voor zowel één- als tweekanalige transistorleslies. Voor Leslies met drie of vier kanalen zijn de polen anders verdeeld - daarover in een later deel meer.

Pin 1 brengt de aarde voor zowel het geluidssignaal als de aansturing van de rotors. Pin 2 is de signaalingang voor de Leslie, pin 4 die voor het strakke kanaal (wanneer het gaat om een Leslie met twee kanalen, zoals de 700 en 720). Pin 5 is de +28 V voeding voor een eventuele Combo-voorversterker. Als pin 6 met de aarde verbonden wordt, draaien de rotoren snel (Tremolo), als pin 7 verbonden wordt met de aarde draaien de rotoren langzaam (Chorale). Zonder verbinding met de polen 6 en 7 staan de rotoren stil. Pin 8 en 9 regelen de stroomvoorziening.


Noot van Aart van de Beek

In de praktijk is het wel geregeld een probleem gebleken, dat de 9-pin Leslieplug vaak fragiel bleek. Het gebeurde nogal dat bij optredens de overenthousiaste menigte op een Lesliekabel stapte en dan had je niet alleen de mensen op de dansvloer, maar ook de poppen aan het dansen. Wanneer de middelste geleidepen van de 9-pin plug er uit was gebroken, hetgeen nogal veelvuldig gebeurde, dan ontstond vaak kortsluiting doordat 220V op verkeerde aansluitingen kwam te staan. Dat betekende soms het einde van het orgel, maar meestal van de Leslie.

Om die reden ben ik altijd gereserveerd geweest met deze 9-pin Leslies en heb ik deze altijd laten voorzien van professionele pluggen, die dat risico niet hadden.

Op onze website zijn via het Leslie-menu op de homepage meer informatie, foto’s en in-gescande folders over deze en meer Leslies te vinden. Kijk daar gerust eens naar!