SAVED BY THE BELL

Een Amerikaans Hammond revisie bedrijf kreeg de volgende B-3 binnen. De bovenkant, achterkant en afsluitdeksel waren er afgesloopt. De zijkanten waren afgeschuind, als ware het een  X-77.
In het bovenblad was een uitsparing gemaakt, waarin deze bovenkant van een X-77 lag.

Zeg maar het complete bovendeel van een X-77 gedegradeerd tot AUTOVARI-64.
Daartoe was deze uitsparing bedoeld.

 

Verder waren elektronisch de volgende zaken in en aangebouwd: String Bass, vier Leslie kits, Reverb, Toon-regeling en Line outputs.

Door alle ingebouwde extra's was de de toonwielgenerator niet eens meer zien.

Dus begon men op aanvraag van de klant met een totale ontmanteling en het 
herbouwen naar de oorspronkelijke staat.

Deze werden onder hoge druk en met super-lijm 48 uren aaneengeperst.

 

Ze werden met opzet 1/32 inch te groot gemaakt om het alles perfect tot één geheel te kunnen opschuren.

Er werd een gloednieuw deksel gemaakt.

Na een totale schuurbeurt werd alles gecoat met een fiberglas spray en in de primer gezet.

Er werd gekozen voor een groene basiskleur, doordrenkt met metaaldeeltjes en een emulsie, waardoor een kameleon-effect werd verkregen, van rood naar paars etc, indien het instrument onder verschillende invalshoeken bekeken werd.

Hij mocht een aantal dagen in de huiskamer van de directeur staan.

  

Ook de Leslie 122 kreeg dezelfde behandeling.

Vervolgens werd het instrument door de eigenaar van (on)nodige opsmuk voorzien en is het orgel een nieuw werkpaard geworden voor: John Lancaster van de Gary Allen Band.

Dit verhaal bewijst jammer genoeg, dat re-ïncarnatie niet altijd positief hoeft uit te vallen.  Als je zoveel moeite doet, dan wil je het instrument toch zo origineel mogelijk. Maar ja, er is niets nieuws onder de zon als we het B-3 orgel van Cherry Wainer voor de geest halen. Die was helemaal gecapitonneerd.....