Petrof Pastorale

We schrijven de 50-er jaren;
Petrof, de beroemde "romantische piano"bouwer, wil zijn muzikale takken uitbreiden,
en begint met de bouw en verkoop  van een simpel harmonium:

bouwde later ook, d.m.v. een electrische pomp aangedreven grotere modellen:

Maar in de 60-er jaren kreeg een werknemer van het TESLA Vlastimil Research Institute afd Kinoaparatury in Tsjecho-Slowakije, dhr Chidi Zachaře het idee, om samen met  Prof. Čermákem een immitatie-hammondorgel te maken.

In de plaats Hradec Králové werd het bedrijf St. Paulus opgericht, met totaal 18 werknemers( inclusief de schoonmaaksters)

Aan de ontwikkeling van de elektronica  werkte Vladimir Petrovický, het mechanische deel van het hulpprogramma werd gedaan door  Vaclav Horak, Vaclav en Karel Zelinka Kunt.
In 1973 zou gestopt worden met de productie, welke gestart was in 1969.
Maar de naam Petrof zou, door het fabriceren van één van de meest romantische piano's,met hun beroemde "ronde en warme "toon, uitgroeien tot één van de grootste pianofabrieken in de wereld,tot op de dag van vandaag.


Er werd een  "Pari(e)-achtige" generator ontworpen, die op een 220 V - 1500 tpm synchroonmotor  werkte,
zodat de stabiliteit gewaarborgd was.
De vibrato-scanner werd practisch letterlijk ge-copieerd van die van Hammond;
De pastorale kreeg de volgende voetmaten: 16, 8, 5-1/3, 4, 2, 2-2/3, 1-1/3, 1
en elke drawbar had 8 posities.
Het pedaal van de Z-70  had een 16' en héél ongebruikelijk, een 5-1/3 voor bijkleuring.

Er werden 2 types gebouwd; de 2X4 octaafse B-50, en de 2X5 octaafs,en vol pedaalse Z-70

Hier eerst de B-50;

wat opvalt is de zeer apparte plaatsing en design van de drawbargroep;
het eerste wat ik dacht, was; "wat onhandig" , maar als je wat meer doordenkt, kom je er achter, waardoor ze hier voor gekozen hebben;
als je, zoals veelal gebruikelijk  "onder"met links, of "boven" met rechts aan het spelen bent,
hoeft je nooit je armen te kruisen, als je aan het registreren bent.
Let wel, het is maar mijn bescheiden hypothese, dus ik kan het niet 100% staven.
Ook de "omgekeerde" zwart/witte registratie-toetsen zijn wellicht ook daarom zó geplaatst.
( zie, ook , dat Petrof ze nummerde)

de B-50 had de volgende afmetingen: 111X70X90 cm en woog 125 pond.
Er werd gekozen voor sterk afgeronde toetsen, om snelle glisando's te kunnen maken.
De B-50  had vast pedaal geluid met alléén een hard/zacht knop.
Net als bij de Hammond, zaten tussen de toonwielen "tussenschotten"om "leakage"tegen te gaan.
De vibrato/chorus scanner werd practisch voor 100% van de Hammond gecopieerd.
De versterker werkte op buizen, en was een Tesla Mono versterker type 50 (AZK405).voorzien van  ECC 83 en een paar 12" ingebouwde  ARO 835 speakers.
Het volumepedaal werkte met een licht-sensor, om mechanische problemen te voorkomen.
De B-50 kostte ,omgerekend naar nu zo'n 80.000 Tsjechische Kronen, wat net zoveel was als  de kosten van twee personenauto's .
Van de B-50 zijn er ongeveer 100 gebouwd.


Goed we gaan kijken: 
de aan/uitknop was een sleutel:

 Let op de (te-?) sterk afgeronde toetsen :

 Hier de genummerde presets, met drawbar-groep voor boven:

 En voor onder:

 De versterker leek wel een normale hifi-versterker:

 De " Pari " -achtige toonwiel-bak:

En dan " grote broer" Petrof Pastorale Z-70

De Z-70 had 2 X 5 octaaf en een 30-tonig pedaal.
Hij had ook percussie, en een nagalmveer
,sommige buizen-schakelingen werden vervangen door transistoren.
Hij woog een enorme 230 kilo, en de prijs was 116.000 Tsjechische kronen.
Van de Z-70 schijnen er maar weinig gebouwd te zijn; in de 70-er jaren is de productie nog overgebracht naar Oost Duitsland,waar de orgel-produktie in 1973 gestopt werd.

 Bij dit model werden de drawbar-sets op de rechter bakstukken geplaatst,
wat naast voordelen ook weer nadelen heeft; je moet altijd met rechts registreren:

 Al met al een interessante clone.

Hier nog een video, waarbij de Pastorale in Praag in 1969bespeeld wordt
door..  GEORGIE FAME !!!

(Ondanks de niet zo fraaie geluidskwaliteit, is te horen, dat het geluid enorm veel op de Hammond lijkt.)