Het is 1671 en we volgen Robert Hooke, een Engelse uitvinder, die leefde van 1635-1703.
Hij werd "The English Leonardo" genoemd vanwege zijn vele geniale uitvindingen op vele gebieden.
Hij hield een speelkaart tegen een draaiend tandwiel en ontdekte, dat de snelheid van het wiel de toonhoogte van de trillende kaart beïnvloedde. Hij experimenteerde hier mee door en gaf in 1681 een demonstratie aan de Royal Society, waar hij de relatie tussen "Pitch" en "frequentie" uiteen zette (let wel, dat is nu, in 2014: 259 jaar geleden. Door de uitvinding van de heden ten dage nog steeds gebruikte stemvork verloor Hooke de interesse verder te gaan met dit project en het systeem zakte in de vergetelheid. Toevallig was één van de eerste geluids-uitvindingen van Hammond een elektrische stemvork.
Pas 150 jaar later werd het idee van een "toonwiel" weer opgepakt en wel door de Fransman Felix Savart, ingenieurszoon en geniale uitvinder op vele vlakken, die leefde van 1791 tot 1841.
Hij werkte met zeer fijn getande wielen en was in staat in 1830 een wiel van 82 cm te maken met maar liefst 720 tanden. Door deze rond te draaien kreeg hij zelfs een toon/frequentie van 24.000 Hz, dus boven het menselijk hoorbare.
Hij koppelde een tachograaf aan de as om de draaisnelheid te kunnen regelen.
Door een extra wiel met gaatjes boven te monteren en daar weer allerlei voorwerpen tegen aan te houden werd werd de basis gelegd voor de latere "sirene".
In 1873 was de Oostenrijkse physioloog Sigmund Exner al in staat met draaiende tandwielen elekrische vonkjes op te wekken met tijdsintervallen van 2 milliseconden (1/500 sec).
Maar het zou nu nog 60 jaar duren voor Laurens Hammond het zo geliefde Hammondorgel uit zou vinden.
Op deze website plaatsen we cookies die de website goed laten werken of anoniem het gebruik van onze website analyseren.
We plaatsen geen cookies waar u toestemming voor moet geven. Meer informatie vindt u in onze privacyverklaring of geef akkoord en sluit deze melding.