Door: Patrick Holleeder
81. Klankvoorstelling
Hier staat of valt in feite het 'puur muziek maken of luisteren' mee. Met je eigen klankvoorstelling controleer je in feite de muziek die je speelt of luistert. Als je zelf musiceert, controleer je hiermee of datgene wat je speelt correspondeert met de bladmuziek waar je vanaf leest. Als het goed is, hoor je in je hoofd de noot al eerder voordat je hem ook daadwerkelijk speelt. Dat wat je in je hoofd hoort, is je klankvoorstelling. Dit is perfect te trainen, door middel van solfège (zie TurboTerm 52).
Als je luistert naar muziek of je speelt zónder bladmuziek, dan werkt jouw klankvoorstelling uiteraard niet als een controlemiddel voor bladmuziek, maar gaat het er meer om of de muziek voldoet aan je verwachtingspatroon. Dat geeft dan enigszins houvast of deze muziek naar behoren klinkt of klopt. Er is immers geen ander vergelijkingsmateriaal voor handen. Je verwachtingspatroon oftewel datgene wat voor jou 'logisch' is, is ook te trainen met name door heel veel te luisteren naar CD's en ook door veel naar concerten te gaan. Dan niet naar concerten waarbij je van te voren precies weet hoe alles muzikaal gaat klinken, want dat verwachtingspatroon ken je dan al. Klinkt 'logisch', maar dat was te 'verwachten'...
82. On Cue
Deze uitdrukking wordt gebruikt als binnen een nummer iets 'op afroep' moet gebeuren. Bijvoorbeeld een regel net zo lang blijven herhalen, totdat de zangeres een cue geeft (een teken). Dan wordt de herhaling waar men op dat moment mee bezig is, netjes afgemaakt en dan gaat men weer verder met de rest van het arrangement. Wordt ook binnen de jazz veel gebruikt bij de solo's. De solist kan dan een stuk schema net zo vaak herhalen om op te (blijven) soleren. Als de solist het niet meer weet, geen inspiratie meer heeft of gewoon ermee klaar is, dan geeft de solist een cue voor de band en dan kan de volgende solist aan de gang. Het leuke is dat je bij nummers waar een 'cue' in zit, je nooit weet hoe lang het nummer uiteindelijk zal gaan duren. Vaak zit er een 'On Cue' teken bij het slot: de laatste regel wordt dan een aantal keren herhaald, dan geeft iemand een cue (wel vante voren afspreken wie de desbetreffende cue geeft, anders loopt iedereen op elkaar te wachten) en dan volgt gelijk het slotakkoord. Deze manier van werken geeft de muzikanten wel goed de gelegenheid bij elke uitvoering een zelfde nummer toch steeds weer anders te spelen. Je kan ook combinaties van verschillende TurboTermen krijgen, zoals 'VAMP till CUE'. Wat betekent: blijf deze vamp continu herhalen tot je een CUE-teken krijgt (van wie dan ook).
83. Een rust
Deze uitdrukking op zichzelf veroorzaakt geen onduidelijkheid. Het is alleen de manier hoe je een rust(teken) interpreteert in de praktijk. Een rust is niet een moment van 'even bijkomen' of letterlijk 'even RUSTig aan doen'. Een rust dien je op te vatten puur als een noot die je NIET hoort. Een rust moet je zelf maken (of nemen!) en niet louter ondergaan. Hierdoor blijft een nummer én de speler zelf onveranderd actief en voorkom je dat je van rust naar rust speelt. Vooral a-capella muziek (zie TurboTerm 45) heeft bij deze opvatting heel veel baat, anders gaat deze muziek zónder begeleiding heel snel zakken qua toonsoort en dat herstelt zich dan niet meer.
84. Kwintencirkel
Deze TurboTerm heeft iets magisch: 'Pas als je de kwintencirkel kent, dan ben je serieus met je hobby bezig'. Nu is dat enigszins overdreven en weinig subtiel gesteld. Maar het is wel zo met de kwintencirkel, dat wanneer mensen er mee in aanraking zijn gekomen, ze vaak reageren met: 'Had ik dat maar (jaren) eerder geweten' of nog simpeler: 'Wat een handig ding is die cirkel'. Het voert te ver deze uitvinding helemaal te bespreken, maar als TurboTerm is het handig om dit ervan te weten:
Over deze cirkel wordt (te) weinig geschreven in naslagwerken. Hier en daar is er nog wel eens een workshop. Dit staat duidelijk in een schril contrast vergeleken met het plezier dat vele mensen uiteindelijk beleven aan deze cirkel als ze hem daadwerkelijk gaan gebruiken.
85. Stopchorus
Veel gebruikte TurboTerm, met name bij geïmproviseerde muziek. Dit houdt simpel in, dat tijdens een solo over een bepaald gedeelte van een nummer, de begeleidingsband of de rest van het combo allemaal op exact hetzelfde moment ophoudt met spelen! Alleen de solist zelf blijft in z'n eentje doorspelen. Geen gemakkelijke opgave, want je moet zowel strak in het ritme blijven en ondertussen ook nog eens op de harmonie (akkoorden) letten en ondertussen ook je solo een beetje interessant houden om naar te luisteren. Vaak na een maat of 16 valt de band (meestal On Cue aangegeven door solist zelf -zie TurboTerm 82 -) weer in! Soms weet de solist niet eens, dat hij of zij in een stopchorus terecht komt! Soms wordt dat ter plekke bedacht of hebben de overige bandleden dat onderling op een eerdere repetitie, zonder de solist in te lichten, bekokstoofd! Blijf alert: Je bent soms tijdens je solo's je (muzikale) leven niet zeker...! Ook dirigenten hebben hier een (rechter)handje van. Zij leggen gewoon met één 'streek' de hele band 'plat'. Alleen precies op die manier dat de solist dat niet kan zien, want die staat doorgaans op het podium vóór de dirigent!!! En blijft daardoor muzikaal gesproken in zijn eentje achter. Stopchorussen zijn ook uitermate geschikt voor drummers om net even iets meer te kunnen uitleven. Publiek houdt trouwens ook van stopchorussen! Wanneer de band weer invalt, ontaardt dat in 99% van de gevallen in een stevig en luid applaus voor de solist.
86. Achter de band aanlopen:
Deze uitdrukking is vaker van toepassing dan menigeen vermoedt! Maar hier gaat het om het feit dat de melodie t.o.v. de begeleiding te traag, te lui of niet goed in de maat gespeeld (toetsen) of gezongen (karaoke) wordt, dat deze achterloopt! In het ergste geval zou dat wel eens een aantal tellen verschil kunnen zijn. De melodie past daardoor ook niet goed meer bij de gespeelde akkoorden. Ook bij het meespelen met een midi-file is het belangrijk om 'boven-op-de-maat' te zitten en niet achter de band aan te lopen! Al is het alleen maar omdat je dan overduidelijk kunt horen, dat een en ander van te voren is opgenomen! Overigens: 'Vóór op de band lopen' kan uiteraard ook, is precies het tegenovergestelde, maar komt veel minder voor. Het is namelijk hartstikke moeilijk om dat vol te houden. Het gaat volledig tegen de natuur in! Je moet het haast expres doen en dan moet je die techniek bij wijze van grap, ook nog eens zeer kundig beheersen om dit voor elkaar te krijgen!
87. Scheef lopen:
Deze uitdrukking kan bij wijze van (turbotaal)spreken synoniem zijn voor de behandelde uitdrukking bij TurboTerm 86, maar in de keyboardwereld heeft 'scheef lopen' ook op een totaal andere manier betrekking op de begeleidingsautomaat: Als je met de automaat een nummer speelt met een 4/4 maatsoort en je hebt opeens een (onverwachte) maat van 2 tellen op je muziek staan, dan kun je op een keyboard gewoon door blijven spelen! Alleen jouw 1e tel van de maat is nu bij de automaat gewoon de 3e tel, immers het keyboard telt gewoon door. Vervolgens is jouw 3e tel bij de automaat nu de 1e tel geworden. Er zit nu altijd twee tellen verschil tussen! Dus jij als speler of de automaat (het is maar hoe je het bekijkt) 'loopt scheef'! Waar gaat het nu om? Zolang er iets scheef loopt op een keyboard kun je GEEN fill-in of break gebruiken!! Immers deze lopen altijd precies tot het eind van de lopende maat en die maten lopen niet meer precies gelijk! Heel vaak zit er in een dergelijk nummer ook een herhaling, waardoor die maat van 2 tellen nog een keertje langs komt. U zult begrijpen, dat daarna alles weer recht loopt, want 2+2=4! Grappige gang van zaken: Soms kun je zelfs beter 2 keer ergens er naast zitten dan 1 keer, want pas na 2 keer loopt het weer normaal. De oorspronkelijke spreekwoord is dus toch: 'Een ezel stoot zich in het algemeen juist WEL graag 2 keer aan dezelfde steen…'! En een ezel kan het weten, want dat zijn muzikale beesten (zoals u als wist). Ezels balken bijvoorbeeld en laten we juist in de muziek heel veel met balken te maken hebben!
88. Stride-Piano:
Dit is een bepaalde techniek/manier van spelen op een piano. Hierbij wordt in een doorgaans (razend) snel tempo een begeleiding gespeeld door de linkerhand. Deze speelt dan afwisselend op iedere tel, dus letterlijk om-en-om, een basnoot (in één van de lagere octaven) en het volledige akkoord minimaal één octaaf hoger. Hierbij is de kunst om door de snelheid van het nummer en de vele bewegingen heen-en-weer (dit is pas echt handenarbeid!) niet mis te grijpen of uit de maat te raken. De rechterhand speelt (uiteraard) de melodie, vaak in octaven. Deze muziek staat beter bekend als Honky-Tonky muziek of Ragtime. Eén van de bekendste voorbeelden hierbij is het nummer 'The Entertainer'.
89. Muzikale Slagzinnen:
Dit zal op afstand het meest belachelijke onderdeel van deze serie worden. Op zichzelf slaat datgene wat straks hieronder staat écht helemaal nergens op. Toch moet het een muzikale inslag hebben, anders zou ik het niet in deze serie kunnen opnemen. 'Muzikale Turbotaal' is het misschien niet, maar muzikaal taalgebruik des te meer! Er bestaan van die handige slagzinnen om een bepaald muzikaal aspect/gegeven nog beter te kunnen onthouden! Zoiets als 'Meneer Van Dalen Wacht Op Antwoord'. Alleen hoeft u nu niet te wachten, want het antwoord staat gelijk hieronder. Een zestal slagzinnen:
90. Trad. (Traditional):
Een veelvoorkomende uitdrukking op bladmuziek en in programma-boekjes. Wanneer er bij een titel van een nummer traditional (of de afkorting trad.) vermeld staat, dan is de naam van de componist onbekend! Is ook niet meer te achterhalen. Of de componist moet zichzelf melden en bewijzen natuurlijk! Vaak gaat het hier om eeuwenoude volksliederen, die van mond-op-mond als een soort 'traditie' vervolgens generaties overleven! In een dergelijk geval gaat zo'n volksliedje veel langer mee (=overleven) dan de oorspronkelijke componist (=overleden).
91. Behangmuziek:
Een typering voor muziek, welke je pas (op)merkt op het moment dat het er niet meer is! Behangmuziek is een zeer gangbare term in het schnabbelcircuit: Muziek voor op de achtergrond bij een receptie, een party of één of andere opening of diner. Het is aanwezig, maar valt niet écht op. Soms is de muziek niet eens goed herkenbaar. Pas als de muziek stopt (meestal aan het eind van een liedje) en het 'totaalgeluid' dan wegvalt, kijken de aanwezige mensen op of achterom met een blik van 'Mis ik niet iets?'. Vaak neemt in die tussentijd het rumoer (ernstig) toe. Dat is tegelijk een kenmerk van behangmuziek dat er niet is...! Het is bij veel gelegenheden alleen maar een middel om het aantal decibellen van het 'pratend publiek' onder de duim te houden. Psychologische muziek eigenlijk: Feitelijk gaat het er om hoe onze hersenen op deze muziek reageren. Wat voor muziek er tenslotte gespeeld wordt, doet eigenlijk helemaal niet ter zake. Behangmuziek als woord klinkt misschien negatief, maar bij muzikanten wordt het eigenlijk meer beschouwd als een bestaand verschijnsel.
92. Soundcheck:
Algemeen aanvaard 'Nederlands' begrip voor geluidscontrole of -voorbereiding: Dit is de tijd, die een combo, ensemble of band gebruikt (of nodig heeft) om vlak voor een optreden het geluid af te regelen, al dan niet met een aparte geluidsman erbij. Men beoordeelt dan onder meer: Staat de band niet te hard? Zijn alle instrumenten en zang goed in balans? Is niet één instrument overheersend? Is het totaalgeluid niet te scherp of juist te dof? Niet teveel bas? (Alle mogelijke verschijnselen dus, zoals vermeld bij TurboTerm 16!) Klinken de solo's goed? Staan de monitoren goed afgeregeld oftewel kan iedere speler zichzelf goed horen via een eigen box=monitor (lekker egoïstisch!). Ook kan iedere bandlid afzonderlijk bepalen welke andere instrumenten hij of zij ook over de eigen monitor erbij wilt horen? Tot slot de praktijk: Het is noodzakelijk goed de tijd te nemen voor een soundcheck. Deze zijn, op een uitzondering na, altijd veel te kort. Dan moet er tijdens een optreden nog altijd veel te veel bijgesteld worden en daar wordt het trouwens vaak ook nog eens erger van. Een soundcheck voor een afstudeerexamen op een Conservatorium is die ene bedoelde uitzondering! En... ik spreek uit eigen (praktijk)ervaring. Voor een examenprogramma van 1,5 uur (=UM, zie TurboTerm 93) duurde de soundcheck ongeveer 7 uur!!! En dat was niet, omdat we van het mengpaneel de POWER-ON knop niet konden vinden...
93. UM (Uitvoerend Musicus):
Net zo'n ingeburgerde, muzikale afkorting als LM, KM, DM en SM (-ik weet wat u denkt, inderdaad Schoolmuziek, of niet?-). UM staat voor Uitvoerend Musicus. Dat is de specialisatie-opleiding van nog eens 2 jaar die je kan volgen na de Conservatorium-basisopleiding DM (=Docerend Musicus) die gemiddeld 4 tot 5 jaar duurt. Bij UM word je verder gespecialiseerd in het bespelen van je eigen hoofdvakinstrument tot bijvoorbeeld gediplomeerd concertpianist, gericht op het échte podiumleven. Arrangeren, Podium-presentatie en Studio-techniek zijn vaste onderdelen van de opleiding. Een UM-opleiding is ook een stuk zwaarder dan een DM-studie. Uitvoerend Musici worden gezien hun opleiding sneller gevraagd als gastsolist! Daarom staat er in een programma-boekje vaak vermeld of een gastsolist daadwerkelijk een UM-diploma op zak heeft. Ofschoon er ook heel veel DM-ers zijn, die goed kunnen musiceren! Maar DM-ers geven over het algemeen meer les. Dat zal geen verbazing opwekken, als je beseft waar DM voor staat.
94. Hafabra:
Een volledig gangbare afkorting van Harmonie, Fanfare & Brassband. Niets meer en niets minder, je moet het alleen even weten. Bij een Hafabra-opleiding studeer je dan ook voor het dirigeren (direktie heet dat officieel) van dit soort ensembles.
95. Leadsheet:
De officiële benaming voor een bepaald soort of type bladmuziek. Meestal gebruikt door keyboard-bespelers, maar ook binnen de Jazzstandards verreweg het meest gebruikte type bladmuziek. Een leadsheet is bladmuziek, meestal van één A4-tje, met één balk voor de melodie (of zang) met daarboven akkoordsymbolen. Voor de rest staat er qua noten niets meer op. Dus als een pianist van een leadsheet afleest, moet hij zelf ter plekke verzinnen hoe hij de akkoorden of de begeleiding gaat spelen. Op een normale partij voor piano staan er altijd 2 balken, één voor de linker- en één voor de rechterhand. Maar bij een leadsheet ontbreekt dat!! Voor keyboard-bespelers is een leadsheet perfect bladmuziek. Er staat niet meer op dan nodig is: De akkoordsymbolen voor de linkerhand en de melodiebalk voor de rechterhand. Leadsheets zijn ook op afstand het meest milieuvriendelijke muziek! Want een leadsheet kost van alle soorten bladmuziek het minst aan papier! Wel tot 1/3 van een compleet uitgeschreven partij.
96. PA:
Zeer veel gebruikte TurboTerm en toch nog vaak het meest onduidelijk wat het compleet inhoudt, laat staan waar PA een afkorting van is. Toch is PA een TurboTerm waar je erg goed mee voor de dag kan komen (uiteraard pas als je zelf ook weet wat je dan zegt!), omdat de omschrijving voor PA gewoon voor praktijk-gebruik veel te lang is. Bovendien komt het voor diegene, tegen wie je het allemaal loopt uit te leggen een beetje knullig over alsof jij denkt dat juist hij of zij er niets van weet: Terwijl het tegendeel vaak het geval zal zijn! PA heeft met alles te maken met het versterken van geluid. PA staat voor Public Address (ooit geweten?). Een complete PA-installatie bestaat uit:
97. Brandweermuziek:
Een extreem negatieve benaming voor een bepaalde vorm van jazz-muziek, waarbij het gaat om zoveel mogelijk noten per minuut. Dus de TurboTerm spierballenmuziek is al 'binnen', maar nu gaan de noten ook extreem van hoog naar laag en weer terug en dat zo snel dat afzonderlijke noten niet meer te ontdekken zijn. Hierdoor gaat het geheel janken, zoals een sirene van de brandweer dat ook doet! Dan is de volgende stap naar 'brandweermuziek' gauw uitgelegd. Vaak gaat het hier om 'Free Jazz': Jazz zónder regels! Bij deze soort valt de link met de harmonie volledig weg. Je moet dan goed getrainde oren hebben om alsnog een melodische lijn (liefst ook nog wélke) erin te horen, anders houd je inderdaad brandweermuziek over. Het is wél erg jammer dat van de vele honderden jazz-stijlen uitgerekend de Free-Jazz erg veel op de televisie te horen is! Dat geeft een wel erg vertekend beeld van wat jazz allemaal inhoudt en hoe mooi en gevarieerd jazz-muziek eigenlijk kan zijn. Mensen die nooit andere jazz-muziek horen trek je hier in ieder geval niet mee over de streep om naar Jazz te luisteren, want het blijft (in ieder geval zonder voorkennis) erg ontoegankelijk, dergelijke brandweermuziek. Maar gelukkig net als bij een sirene, geldt voor deze muziek: Het is (gelukkig) op een gegeven moment ook een keer voorbij en dan hoor je er niets meer van...!
98. Achteraf-zaaltje:
Niet in ieder Nederlands woordenboek komt dit woord voor, terwijl het in muziekkringen (met name in het schnabbelcircuit) algemeen gebruik is. Dit woord is voor 100% negatief bedoeld. Soms zegt men als muzikant bijvoorbaat al, 'ik treed graag op, zolang ik maar niet in achteraf-zaaltjes hoef te spelen!'. Het meest erge voor een musicus is zo ongeveer het spelen in een achteraf-zaaltje als 'pauze-act'. Een achteraf-zaaltje heeft als imago, dat zowel de zaal zelf als datgene wat zich in die zaal afspeelt, niet echt serieus te nemen is. Dat komt doordat de zaal letterlijk ergens 'achteraf' ligt (in een gebouw zelf) of heel erg afgelegen. De zaal of datgene wat daarop optreedt, speelt geen grote of serieuze rol van betekenis: Doet letterlijk maar een beetje op de achtergrond mee! Als je geboekt wordt voor zo'n dergelijke zaal, dan weet je ook vaak pas achteraf dat het zo'n soort zaal blijkt te zijn. Dat vind ik eigenlijk ook nog eens bepaald achterbaks. Vaak is het ook slecht bedeeld in een achteraf-zaaltje qua voorzieningen. Gammel podium, geen kleedkamers, geen toiletten en geen bar bijvoorbeeld. Achter(af)lijk, niet?
99. Dichtgetimmerd (arrangement):
Dit is een veel voorkomende uitdrukking en zegt op zich behoorlijk veel, maar pas als je weet wat deze uitdrukking in de praktijk betekent. Dichtgetimmerd is iets, wanneer er geen (muzikale) ruimte is om iets toe te voegen of te veranderen. Dit hoeft overigens absoluut niet negatief te zijn. Het is hooguit een constatering.
Een dichtgetimmerd arrangement is dusdanig gearrangeerd, dat of
Nogmaals, dichtgetimmerd is muzikaal niets mis mee. Behalve als je het negeert en het alsnog openbreekt! Je bent dan een échte inbreker én spelbreker tegelijk!
100. Tacet:
De partij waar tacet bij staat, moet op dat moment zwijgen! Daar heb je dan ook volledig mee in te stemmen. Hoe dan ook. Maar dat was bij zwijgen toch altijd al: Wie zwijgt...
Op deze website plaatsen we cookies die de website goed laten werken of anoniem het gebruik van onze website analyseren.
We plaatsen geen cookies waar u toestemming voor moet geven. Meer informatie vindt u in onze privacyverklaring of geef akkoord en sluit deze melding.