In de industrie wordt wereldwijd en op allerlei terreinen veelvuldig gebruik gemaakt van OEM producten als ook technologie platforms, die door een derde of door derden worden aangeleverd. OEM betekent Original Equipment Manufacturer hetgeen zoveel betekent dat een bepaalde toeleverancier niet alleen componenten, maar een compleet halffabrikaat levert.
Nu is de term compleet halffabrikaat wellicht wat ongelukkig gekozen, maar om dat begrip wat nader toe te lichten komt het er in het kort op neer dat hout een component is en een lege kast, het lege meubel van het orgel een halffabrikaat is, dus een samengebouwd geheel is dat uit een of meerdere componenten bestaat, maar op zich nog geen functie heeft.
Die halffabrikaten kunnen door gespecialiseerde bedrijven aangeleverd worden in opdracht van een afnemer. Ofwel een fabrikant, die het wiel niet opnieuw wil uitvinden, kan elders bij toeleveranciers dan wel bij concurrenten componenten, halffabrikaten en/of techniek, een technisch platform, of een complete technologie dan wel compleet in opdracht mogelijkerwijs ook elders gebouwde producten afnemen. Er is dus een veelvoud van opties mogelijk en dat wordt in de industrie in al zijn geledingen toegepast.
We zien dat ondermeer in de auto industrie waar motoren en ook versnellingsbakken van derden en vaak specialisten op dat terrein worden toegeleverd aan verschillende afnemers die onderling dan ook weer concurrenten van elkaar zijn.
Een compleet product en in ons geval een compleet instrument dat elders is gebouwd, dus niet in de eigen onderneming, kan dan exact hetzelfde onder de eigen naam op de markt worden gezet, dan wel met aanpassingen die een lokale markt mogelijkerwijs vraagt. Die aanpassingen worden dan doorgevoerd door de oorspronkelijke bouwer, die dan in opdracht voor een derde bouwt, voor degene die het eindproduct dus onder eigen verantwoordelijkheid op de markt brengt.
In de electronica industrie is Philips een aardig voorbeeld: Philips met haar dochtermerken Erres en Aristona (wie kent die namen nog....) Hier lagen overigens ook andere redenen aan ten grondslag: je was in een bepaalde plaats dealer van Philips en dan kon bijv. een andere dealer geen Philips leveren: die kreeg daarentegen wel Erres of Aristona, zodat ze onder andere naam met hetzelfde product konden wedijveren. Voor de fabrikant bestreken ze de markt dan in de breedte.
Ze profiteerden dan van de verkopen onder in dit geval alle drie de namen.
Een versnellingsbak van een auto nu is een halffabrikaat: op zich kun je er niets mee beginnen tot het moment dat deze in een voertuig is ingebouwd. De overweging is dan dat een specialistisch onderdeel beter door een specialist op een bepaald terrein vervaardigd kan worden, dan dat je alle kosten voor onderzoek, ontwikkeling en productie zelf gaat maken, a.h.w. zelf het wiel weer gaat uit vinden zo als dat zo mooi heet.
Bij orgels is dan een leeg meubel dat bij een meubel of kasten fabrikant wordt gebouwd een goed voorbeeld. Een gespecialiseerd houtbewerkingsbedrijf dat kan freezen, met CMD machines kan omgaan en vanzelf beschikbaar heeft, dat kan kantfineren etc. is dan een veel geschikter gebeuren om een kast te laten bouwen. (Een CMD machine is een computer gestuurde verspanende machine. Het instellen is veel werk, maar als de computer eenmaal geprogrammeerd is dan kunnen grote aantallen geproduceerd worden van halffabrikaten van die bepaalde kast, zoals bijvoorbeeld een lessenaar. Deze CMD machines zijn tegenwoordig zo precies dat deze de slijtage van het zaagblad meenemen in de verschillende bewerkingen)
Een ander mooi voorbeeld is de Leslie inbouw unit. Die werd bij Leslie gemaakt in Californie en vandaar naar de orgelfabrikanten wereldwijd verstuurd om deze in te bouwen in de eigen fabrikaten.
Een ander mooi voorbeeld is Fatar: dat is vrijwel de enige toetsenfabrikant die aan derden complete klavieren levert. Vanzelfsprekend zijn er verrschillende kwaliteiten te koop, tot houten klavieren toe. Maar opnieuw een specialistisch bedrijf, indit geval Fatar in Italie (zie www.fatar.com)
Soms lees je een test van bepaalde concurrerende merken waar dan vanzelfsprekend ook aandacht aan de klavieren wordt gegeven, want het klavier is het eerste fysieke contact met een orgel, dus elementair. Dan kom je erachter dat het klavier van het ene orgel geprezen wordt en het ander kritiek bekomt, terwijl het exact dezelfde klavieren zijn...(vooropgesteld dat het om dezelfde types handelt natuurlijk)
We spraken echter eerder al over rebadgen: een bestaand product van een oorspronkelijke fabrikant een nieuw naamplaatje geven zodat je het onder die andere naam elders kunt verkopen. Meestal was dan dat oorspronkelijke merk niet of nauwelijks op een bepaalde markt aanwezig zodat er niet of nauwelijks sprake was van concurrerende overwegingen. Dit was het geval met de modellen van de XJ en XL series die oorspronkelijke Orla orgels waren en vervolgens in Amerika onder de Hammond naam in de markt werden gezet.
Ofwel een bestaand instrument werd zodanig door de afnemer aangepast dat het beter aangepast was naar de lokale wensen en of voorkeuren.
Hammond heeft aan het begin van deze eeuw bij Content Orgels in Ermelo instrumenten laten bouwen, die eigenlijk Content orgels waren, maar met aangepaste hard en software naar Amerika werden verscheept onder de Hammond naam.
Het mag duidelijk zijn dat ook indien belangen in ontwikkeling op ander terrein liggen, dan wel wanneer er andere prioriteiten zijn of andere marketing redenen, dat dan soms gekozen wordt voor dit soort oplossingen. Het is dus niets bijzonders voor de orgel industrie op zich, want zoals gezegd gebeurt het veelvuldig in allerlei takken van sport.
Hammond heeft al heel vroeg samenwerking gezocht en daarnaast in bepaalde gevallen ondernemingen aangekocht of overgenomen, juist om een bepaalde expertise in huis te krijgen.
In het geval van Hammond kunnen we verschillende voorbeelden noemen waaronder
Roland (de ritmeboxen en de X 5 en bijv. de Piper) bij Yamaha (de V-100 Cadette series) en natuurlijk ons Nederlandse Content (voor de CS series church modellen)
Zo werd rond het jaar 2000, na de produktiestop van de XT/HX serie de expertise gebruikt van de Italiaanse Orla fabriek door een paar modellen van hen te "re-badgen" hetgeen dus betekent, dat je een deal maakt om bepaalde modellen onder JOUW eigen naam te mogen leveren.
In het geval van Orla was het zeker geen schande, want deze fabrikant maakte destijds zeer ordentelijke instrumenten als een van de weinigen die het orgel en het produceren daarvan nog in ere hield. (Er zijn nu -2012 - nog maar een handjevol fabrikanten die orgels bouwen: zie daartoe ook de lijst met verdwenen orgelmerken in de anekdotes van Aart van de Beek)
Hieronder een gerebadgede Orla onder Hammond vlag
Ondertussen is de levering van de "Orla-Hammonds" gestaakt en heeft Hammond zich geheel toegelegd op de professionele en semi professionele markt.
Het leveringsprogramma bestaat heden ten dage dan ook voornamelijk uit:
1) "Het B-gebeuren" modellen die qua basis zoveel mogelijk teruggaan naar het oorspronkelijke B 3 gedachtengoed in één, twééklaviers, of in B 3 achtige meubelen zonder ritme begeleiding.
2) De nieuwe generatie C-3 / "Happy-Clappy" orgels voor de wat meer charismatische kerken zoals model 935
3) De Church-Classic series modellen, die door Content zijn aangeleverd.
Hieronder nog even het adres van Orla en dan gaan we de modellen bekijken:
ORLA Musical Instruments - Via Squartabue - 62019 Recanati (MC) - ITALY
Tel. ++39 071 7500223 - Fax ++39 071 7506041 - e.mail:
Directeur Mr. Enrico Monaci
Web Site: www.orla.it
Op deze website plaatsen we cookies die de website goed laten werken of anoniem het gebruik van onze website analyseren.
We plaatsen geen cookies waar u toestemming voor moet geven. Meer informatie vindt u in onze privacyverklaring of geef akkoord en sluit deze melding.