Pierre Palla

Pierre Palla (geboren als: Peter Karel Hubertus Pala, Venlo, 5 januari 1902 - Heerlen, 11 december 1968), was een Nederlands pianist, organist en koordirigent.

Palla kreeg op 5-jarige leeftijd zijn eerste muziek- en pianolessen van zijn vader, op 7-jarige leeftijd pianoles van Jacques Penninx en op 8-jarige leeftijd vioolles van Theo Jordans. In april 1915 zette hij zijn lagere schoolopleiding voort op het Instituut Ste Marie in Huybergen waar hij tot augustus 1916 verbleef. Zijn muzikaliteit op jonge leeftijd blijkt uit het feit dat zijn muziekleraar daar, de organist Br. Lambertus, hem nu en dan in de gelegenheid stelde tijdens kerkdiensten het koor op het orgel te begeleiden. In Venlo terug vatte hij de studie bij zijn oude leermeesters weer op. Ook kreeg hij nu orgelles van C.A.M. de Rooy en muziektheorie van Karl Hamm. In 1919 ontving Palla cum laude het diploma voor organist en koordirigent van de R.K. Organistenvereeniging in Utrecht. Zijn studies werden voortgezet bij Hubert Cuypers in Amsterdam.

Palla kwam in 1922 bij het een jaar tevoren geopende Theater Tuschinsky in Amsterdam, eerst als pianist in het Theaterorkest o.l.v. Max Tak, een jaar later als organist, o.a. voor muziekillustraties bij de stomme films.

 

In 1928 ging hij als adviseur en inspeler naar de orgel- en pianofabriek A. Phillips A.G. in Frankfurt a.d. Main.

Op 1 maart 1931 trad Pierre Palla in dienst van de Algemeene Vereeniging 'Radio Omroep', aanvankelijk als pianist in het nieuw opgerichte orkest Kovacs Lajos. Tot op 31-3-1967 (de dag van zijn pensionering) heeft hij 36 jaar lang ononderbroken aan onnoemelijk veel radiouitzendingen meegewerkt: als pianist in orkesten, als pianist in soloprogramma's, als solist in pianowerken met orkest, als organist op het AVRO-concertorgel, als begeleider van vele zangers en instrumentalisten uit binnen- en buitenland, als arrangeur en als dirigent van kleine ensembles. Als gevolg van fijt miste hij een vingerkootje, een ongemak dat hij geheel overwonnen had.

Palla was een kundig musicus en bovenal een virtuoos en veelzijdig pianist en organist, die dank zij zijn langdurig en regelmatig optreden voor de radio grote bekendheid genoot. Hij was geestdriftig en toegewijd en had een voorkeur voor het romantisch repertoire. De lichte en de ernstige muziek waren hem even lief. Hij improviseerde met groot gemak (o.a. als organist bij de vertellingen voor kinderen 'Het klokje van zeven uur en dus...')

 

en transponeerde à vue op verzoek van zangers. Hij vestigde zich na zijn pensionering in Simpelveld, waar hij helaas slechts kort van zijn rust heeft kunnen genieten.
(hieronder felicitaties met zijn pensioen in de AVRO-studio)



Palla bleek over een muzikaal talent te beschikken en kreeg reeds vanaf zijn vijfde jaar pianoles van zijn vader. Op achtjarige leeftijd kwamen daar vioollessen bij van Theo Jordans. Rond 1916 kwam daar tevens orgellessen bij, die hij kreeg van C.A.M. de Rooy en muziektheorie van Karl Hamm. In 1919 slaagde Palla cum laude voor het diploma voor organist en koordirigent bij de R.K. Organistenvereeniging in Utrecht. Daarna zette hij zijn studies voort bij Hubert Cuypers in Amsterdam.
In 1922 kwam hij bij het Theater Tuschinski in Amsterdam, aanvankelijk als pianist bij het Theatherorkest onder leiding van Max Tak, later als organist van het Tuschinskiorgel:(onder)


In 1928 ging hij naar het Duitse Frankfurt am Main en werkte een paar jaar als inspeler en adviseur van de A. Philips A.G. orgel- en pianofabriek aldaar.
Vanaf 1 maart 1931 werkte hij 36 jaar lang tot aan zijn pensionering op 31 maart 1967, ononderbroken voor de radio bij diverse omroepen, onder meer als solist op het AVRO-concertorgel:(onder)

Daarnaast was hij begeleider van zangers en zangeressen, bijvoorbeeld de alt Aafje Heynis, en ook was hij begeleider van vele binnenlandse een buitenlandse instrumentalisten.

 

 Tot slot nog wat opnames:

CZARDAS - 78RPM PHILIPS JAN BLEUMERS AND PIERRE PALLA

Hélene Cals is singing a Christmas Carol